Les 3 Doelen stellen deel 2

Je hebt nu bedacht wat je wilt bereiken. Nu komt een stukje wat soms heel simpel is en soms heel lastig. We gaan het doel in stukjes hakken. Zo ontstaan er hapklare kleinere doelen die makkelijker haalbaar zijn.

Een voorbeeld:

Stel je wilt weer graag met de (klein)kinderen kunnen spelen gedurende een half uur.

Dan is de eerste stap bedenken wat dat spelen precies inhoudt. Want is dat alleen aan tafel zitten en kleuren en puzzelen of ook echt actief met ze bezig zijn. In het voorbeeld houdt het spelen in weer kunnen optillen, voetballen en op de grond zitten.

Dan komen er al 3 elementen uit: optillen, voetballen en op de grond zitten

We beginnen met optillen. Dit zou heel simpel opgebouwd kunnen worden door steeds een zwaarder gewicht daadwerkelijk te gaan tillen.

Voetballen kun je ook nog wat opdelen. Je moet uitvalspassen kunnen maken, schieten van de bal, vangen van de bal, kort stukje dribbelen met de bal. Al deze elementen kun je afzonderlijk gaan oefenen.

Dan op de grond zitten. Dat vereist eerste de transfer van en naar de grond (altijd een belangrijke om te trainen!). Vervolgens waarschijnlijk de duur van het zitten op de grond opbouwen, waarbij ook gekeken moet worden hoe je het beste kan zitten op de grond en misschien is een laag krukje wel handiger.

​

In hoeveel stukjes je het moet hakken en hoe je het beste kunt opbouwen is heel persoonlijk. Over het algemeen hoe minder je kunt hoe kleiner de stukjes.

Kun je jouw doel in stukjes hakken? Schrijf het op in je werkboek!