fbpx

Een korte geschiedenis met betrekking tot pijn

Het kan soms interessant en ook behulpzaam zijn om te weten waar sommige ideeën, denkbeelden, opvattingen etc. vandaan komen. Zeker in de ‘wereld van pijn’ heeft het verleden een flinke impact op hoe wij tegenwoordig naar pijn kijken en er mee omgaan. Langzaam komt daar gelukkig wel verandering, maar helaas erg langzaam. Het verhaal hieronder is een relatieve versimpeling, met behoud van de essentie, zodat het voor een ieder begrijpelijk is.

We beginnen voor deze geschiedenis in de 17de eeuw. René Descartes kwam met de ingeving dat pijn en schade direct gerelateerd zijn. Hieronder de beroemde afbeelding die daarbij hoort. Het jongetje brandt zijn voet en er gaat rechtstreeks een ‘pijnsignaal’ naar zijn brein, naar de pijnappelklier. De pijnappelklier is lange tijd gezien als de zetel van de ziel. Een ander belangrijk onderdeel van de filosofie van Descartes was de scheiding van lichaam en geest.

Descartes model of pain perception 24 . The Cartesian perspective dominated the understanding of pain until 1965 when the Gate Control Theory of pain was proposed by Melzack and Wall 18 . They described a gate control system at spinal level modulating sensory stimulation before pain is perceived and responded to. The model proposed that thin diameter (transmitting pain sensations) and large diameter (transmitting touch, pressure, vibration sensations) nerve fibers carry sensory information from the site of injury to two destinations in the dorsal horn of  

Deze ideeën hebben de honderden jaren die volgenden grote invloed gehad op de medische wereld. Niet alleen de dualiteit van lichaam en geest, maar ook het idee dat pijn en schade direct gerelateerd zijn. Hoewel dit model erg nuttig was in bepaalde gevallen, denk hierbij aan het bestrijden van een infectie met antibiotica, geeft het ook veel problemen. Hierbij moet je denken aan het maar blijven zoeken naar een puur lichamelijke oorzaak voor bepaalde nek- en rugklachten.

Wat hieruit voortvloeide, was dat mensen bij wie niets gevonden werd, dan maar als ‘psychisch’ of ‘hysterisch’ bestempeld werden. Het zat allemaal in hun hoofd. Heel erg stigmatiserend en helaas gebeurt het vandaag de dag nog, maar nu weet je waar dit dus vandaan komt.

Midden 20ste eeuw komen Melzack en Wall met de ‘gate control theory’. In deze theory werd duidelijk dat er onderweg van de voet (het jongetje hierboven) naar het brein iets kan gebeuren. Er is in het ruggenmerg een ‘gate’ of poort die signalen kan beïnvloeden. Daarmee werd al wat meer verklaard waarom sommige verwondingen niet of nauwelijks pijn doen.

In 1980 komt Loeser met zijn ‘uien model’:

Hierbij is ‘nociceptie’ het signaal dat ontstaat door de hitte bij de voet. De pijn is de gewaarwording hiervan. Het lijden is de pijn samen met de (negatieve) emoties en pijn gedrag is dat wat je doet als gevolg van de pijn (en emoties). In dit model wordt al duidelijker dat er meer speelt dan alleen schade, dat er ook emoties en gedragingen zijn.

In 1998 kwam Louis Gifford met het Mature Organism Model (MOM). Toen werd het nog wat ingewikkelder!

The Mature Organism basic framework: not only 

Uit dit model blijkt dat de informatie die binnen komt, beïnvloed wordt door al bestaande informatie in het brein. Denk hierbij aan eerdere ervaringen, kennis, overtuigingen, cultuur en succesvolle gedragingen uit het verleden van jezelf of geobserveerd bij anderen. Dit bepaalt mede met de informatie uit de omgeving en de weefsels wat de uiteindelijke ‘output’ is. Welk gedrag je bijvoorbeeld vertoond, maar ook wat je ervaart qua emoties en qua sensaties als pijn of honger.

Begin deze eeuw, 2001, bracht Melzack het neuromatrix model uit. Dit heeft wel overeenkomsten met bovenstaand model van Gifford.

Figuur 1: neuromatrix model bron: (Melzack, 2001)  

Er zijn diverse inputs, denk hierbij aan ervaringen uit het verleden, verwachtingen, informatie uit het lichaam van bijvoorbeeld de organen of het hormoonsysteem. Dit wordt allemaal verwerkt in de neuromatrix en leidt tot een output. Denk hierbij aan bepaalde lichaamssensaties en gevoelens, maar ook bepaald gedrag. Tevens is er een output in bijvoorbeeld je hormoonsysteem door je cortisol niveau aan te passen of wordt je immuunsysteem actief.

In 2007 komt Moseley met zijn ‘threat model’ of ‘gevaar model’. Hierbij heb je ook te maken met inputs en outputs, maar, kort door de bocht, komt m.b.t. pijn de vraag erbij: hoe gevaarlijk is dit nu echt?

Many inputs affect the implicit perception of threat to body tissues, labelled here as 'How dangerous is this really?' Those inputs have wider meaning effects, which in turn seems to affect anxiety, attention and expectation. The implicit perception of threat to body tissues determines pain and in turn influences other inputs.

Dit is niet het laatste model, er volgen er nog meer en ze worden soms ook veel complexer. Dan heb ik het met name over ‘predictive processing’ (‘Bayesian Brain’) en ‘The Enactive Approach’. Maar dat gaat te ver voor deze blog.

Wat opvalt is dat de modellen steeds complexer worden. Modellen zijn een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid om deze onder andere beter te kunnen begrijpen. Maar met pijn blijken we steeds complexere modellen nodig te hebben om het enigszins te kunnen verklaren. Dit zegt alles over de complexiteit van pijn. We zien ook dat het eenvoudige model van Descartes honderden jaren gangbaar was en we pas vrij recent meer zijn gaan begrijpen over de complexiteit van pijn. Helaas blijken de ideeën van Descartes hardnekkig en merken we daar vandaag de dag nog steeds de gevolgen van in onze maatschappij en medische wereld.

* Afbeeldingen in zwart-wit komen van researchgate.net